Skip to main content
tând (tând = mv, taendje(s) = verkl.w), tand  
tar, teer  
tarweg, geasfalteerde weg  
tas (koffie), kopje (koffie)   
tak  (tek = mv, tekske(s) = verkl.w), tak  
teggeworrig, tegenwoordig  
tes (tes = mv), zak  
tesnuzzik, zakdoek  
teun, toonbank   
thuus, thuis  
tieleke, (tielekes = mv) mesthoopje  
tiën (tiën = mv), teen  
tieslepke (tieslepke(s) = mv), pannenlap  
tisneus, tiskônt, iemand die heel kieskeurig met eten is  
tisse, kieskeurig zijn met eten  
täötendek, 1. benaming voor een simpele vrouw 2. deksel van melktuit  
tod, (todde = mv, tödje(s) = verkl.w), vod, lompen  
toe, dicht  
toegenaejd, gierig, pinnig  
toer 1. Brabantse poffer 2 'wieler'ronde 3. één naald breien 4. karwei  
toestrak/toenet, pas geleden, zo even, daarnet  
toête (getoêt), 1. toeteren 2. het loeien van koeien   
toddekél/toddekremmer, lompenboer, voddenboer   
toddekraom, afgedankte versleten kleding  
tòmp (tòmpe = mv, tumpke(s) = verkl.w), hoek  
tòng (tònge = mv, tungske(s) = verkl.w), tong  
tònnemoes, zuurkool  
töppe, inkorten  
touw (touwe = mv, töwke(s) = verkl.w), touw  
traeje (getraejd), lopen  
trap (trappe = mv, trepke(s) = verkl.w), trap  
trappiêre (getrappierd), betrappen  
trekbuul, type accordeon met knoppen i.p.v. toetsen   
triêzele (getriezeld), hard rond draaien  
troeleke, koosnaampje voor lief klein meisje  
trop, grote groep  
trubbels, problemen  
truggerder, 1. verder naar achteren 2. langer geleden  
tuiteborsel (tuiteborsels = mv), borstel om melkbussen schoon te maken   
tutfles (tutflesse = mv, tutfleske(s) = verkl.w), zuigfles  
tuur, pin met ketting voor bevestiging aan halsband voor begrazing  
tuuse, (getuust), geruild  
twiefelkont, twijfelend persoon  
twedderlei, twee soorten